EERSTE GRAAD
OVSG
vanaf tweede leerjaar
WO-MNS-SC-1.3.10 De leerlingen kunnen inzien dat de rechten van de ene verplichtingen voor de andere kunnen inhouden.
WO-MAA-PJV-10 De leerlingen weten dat ze rechten hebben, maar ook plichten.
WO-MAA-PJV-18 De leerlingen kunnen het belang illustreren van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
ZILL Katholiek Onderwijs Vlaanderen
IKwn3 Ervaren hoe waarden en normen kunnen verschillen naar gelang de context en de levensbeschouwelijke traditie.
OWsa8 Het belang van de fundamentele rechten van de mens en de rechten van het kind illustreren en daarbij ervaren en inzien dat rechten en plichten complementair zijn.
GO!
3.1.2. 16 Met eigen woorden uitleggen wat rechten en plichten en enkele voorbeelden geven van rechten en plichten die ze zelf hebben.
3.1.2. 17 Opkomen voor eigen rechten en de rechten van anderen en actief naleven en bewaken van de eigen plichten en de plichten van anderen op het niveau van het samenleven in de klas en de school.
TWEEDE GRAAD
OVSG
WO-MNS-SC-1.3.10
De leerlingen kunnen inzien dat de rechten van de ene verplichtingen voor de andere kunnen inhouden.
WO-MAA-PJV-10 De leerlingen weten dat ze rechten hebben, maar ook plichten.
WO-MAA-PJV-17 De leerlingen kunnen enkele Rechten van het Kind met een voorbeeld illustreren.
WO-MAA-PJV-18 De leerlingen kunnen het belang illustreren van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
ZILL Katholiek Onderwijs Vlaanderen
IKwn3 Ervaren hoe waarden en normen kunnen verschillen naar gelang de context en de levensbeschouwelijke traditie.
OWsa8 Het belang van de fundamentele rechten van de mens en de rechten van het kind illustreren en daarbij ervaren en inzien dat rechten en plichten complementair zijn.
GO!
3.1.2. 16 Met eigen woorden uitleggen wat rechten en plichten en enkele voorbeelden geven van rechten en plichten die ze zelf hebben.
3.1.2. 17 Opkomen voor eigen rechten en de rechten van anderen en actief naleven en bewaken van de eigen plichten en de plichten van anderen op het niveau van het samenleven in de klas en de school.
3.1.2. 19 Enkele voorbeelden opsommen van fundamentele mensen- en kinderrechten.
3.1.2. 20 Met voorbeelden het belang illustreren van de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind.
DERDE GRAAD
OVSG
WO-MNS-SC-1.3.10 De leerlingen kunnen inzien dat de rechten van de ene verplichtingen voor de andere kunnen inhouden.
WO-MAA-PJV-10 De leerlingen weten dat ze rechten hebben, maar ook plichten.
VANAF 4DE LEERJAAR aanzet, erna systematisch
WO-MAA-PJV-16 De leerlingen kunnen de inhoud van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind begrijpen.
WO-MAA-PJV-17 De leerlingen kunnen enkele Rechten van het Kind met een voorbeeld illustreren.
WO-MAA-PJV-18 De leerlingen kunnen het belang illustreren van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
ZILL Katholiek Onderwijs Vlaanderen
IKwn3 Ervaren hoe waarden en normen kunnen verschillen naar gelang de context en de levensbeschouwelijke traditie.
OWsa8 Het belang van de fundamentele rechten van de mens en de rechten van het kind illustreren en daarbij ervaren en inzien dat rechten en plichten complementair zijn.
GO!
3.1.2. 16 Met eigen woorden uitleggen wat rechten en plichten en enkele voorbeelden geven van rechten en plichten die ze zelf hebben.
3.1.2. 17 Opkomen voor eigen rechten en de rechten van anderen en actief naleven en bewaken van de eigen plichten en de plichten van anderen op het niveau van het samenleven in de klas en de school.
3.1.2. 19 Enkele voorbeelden opsommen van fundamentele mensen- en kinderrechten.
3.1.2. 20 Met voorbeelden het belang illustreren van de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind.