Ga verder naar de inhoud

Land- en tuinbouw: (g)een ver-van-mijn-bedshow

Interview
23 februari 2024

Wat doen boeren voor het klimaat? Hoeveel energie verbruikt een serre? En hoe kijkt een kleine veeboer naar dierenwelzijn? Het project ‘Boer(in): maat van het klimaat!’ van Provincie Oost-Vlaanderen ondersteunt land- en tuinbouwers om met kinderen en jongeren in gesprek te gaan over deze maatschappelijke vragen. “En dat gesprek is broodnodig”, vertelt Monique Vervaet van de Lokerse geitenboerderij ’t Eikenhof.

Tiny op de boerderij

Monique: “Negentig procent van de kinderen en jongeren die ons bezoeken, hebben een erg klassiek beeld van de boerderij. Een beeld uit de kinderboeken in feite, met een boer die wat koeien, ezels, kippen en varkens bijhoudt. Gisteren vroeg één van de kinderen nog: waar is jullie hond en poes? Ze zien de boerderij niet als een economisch gegeven, maar als een gezellige kinderboerderij. Zelfs voor de leerkrachten is de landbouw een ver-van-mijn-bedshow. Een beervat bijvoorbeeld, dat kennen ze niet meer.”

Hoe is die afstand tussen de burger en de land- en tuinbouwsector zo gegroeid? “Honderd jaar geleden gingen mensen voor eieren en melk nog langs bij de boer, maar nu kopen ze alles in de supermarkt. Burgers mógen ook niet meer overal langskomen op land- en tuinbouwbedrijven, want de overheid heeft strenge hygiënemaatregels opgelegd. En laat ons eerlijk zijn: veel boeren zijn ook bang voor negatieve reacties. De landbouw is de voorbije decennia meer dan eens in een negatief daglicht gekomen. Denk maar aan het hormonenverhaal in de vee-industrie of de stifkstofkwestie. Ook dat vergroot de afstand.”

Wiskunde tussen de geiten

Geitenboerderij ’t Eikenhof krijgt wél vaak bezoekers over de vloer. “We zijn een zorgboerderij en hebben een hoevewinkel. Bovendien krijgen we regelmatig klassen op bezoek: van kleuter- tot secundair onderwijs, zowel uit het regulier als uit het buitengewoon onderwijs. De Provincie ondersteunt die bezoeken ook, hé. Leerkrachten uit de derde graad basisonderwijs kunnen bijvoorbeeld het traject ‘Boerderijonderwijs’ volgen, waarbij ze zes halve dagen les volgen op een boerderij in de buurt. Dat is verrijkend, zeker voor kinderen die liever ervaringsgericht dan uit schoolboeken leren. Hefboomwerking, korte keten, winst en verlies … Dat zijn zaken die kinderen vaak sneller begrijpen als ze er in de praktijk – op de boerderij – mee aan de slag gaan.”

“En wat met de stikstofuitstoot?”

Monique en haar collega-landbouwers krijgen tijdens klasbezoeken steeds vaker kritische vragen. “Als onze geiten lammeren, dan brengen we de mannelijke lammetjes naar het slachthuis. Want die produceren nu eenmaal geen melk. Daar hebben kinderen het vaak moeilijk mee. Sommige jongeren vragen ook naar het vervuilende aspect van land- en tuinbouw. Dan kun je met hen in gesprek gaan over het stikstofakkoord, maar hoe doe je dat op een kindvriendelijke manier? Daar hebben veel boeren geen kaas van gegeten.”

Enkele Oost-Vlaamse land- en tuinbouwers klopten daarom aan bij Caroline Ingelbert en Katrien Baetens van de dienst Landbouw en Platteland van de Provincie Oost-Vlaanderen. De vraag: hoe kan je met kinderen en jongeren praten over complexe onderwerpen?

“De Provincie nam toen Djapo onder de arm. Een goede keuze, want jullie beschikken over de werkvormen en de ervaring om gelaagde maatschappelijke thema’s inzichtelijk te maken voor kinderen en jongeren. De Provincie organiseerde toen verschillende sessies waarbij Djapo-begeleider Wendy samen met de land- en tuinbouwers nadacht over welke werkvormen en onderwerpen interessant en haalbaar zijn tijdens een boerderijbezoek. We probeerden de werkvormen ook zelf uit, want dan pas weet je welke impact ze hebben.”

Loskomen van grote emoties

Wendy, Djapo-begeleider: “De druk op land- en tuinbouwers wordt steeds groter. Vanuit de maatschappij krijgen ze steeds meer vragen over duurzaamheid en klimaat. Ook van leerlingen die op boerderijbezoek komen. De land- en tuinbouwers hebben nood aan handvaten om op die vragen een bevattelijk en gestructureerd antwoord te formuleren. De werkvormen zijn dan een betrouwbare gids: een leidraad waaraan ze hun verhaal kunnen vastknopen en het vanuit verschillende perspectieven en kaders kunnen vertellen.

Zien, ruiken en voelen

Het eindresultaat is ‘Boer(in): maat van het klimaat!’, een thematisch boerderijbezoek voor klassen van de 2de en 3de graad basisonderwijs. “De werkvormen die we samen met Djapo selecteerden, zijn verwerkt in een handleiding die beschikbaar is voor Oost-Vlaamse land- en tuinbouwers."

"De handleiding biedt voer voor verschillende type gesprekken.”

"Afhankelijk van de groep die hen bezoekt, kunnen ze dan een werkvorm naar keuze uitkiezen. Sommige leerkrachten willen bijvoorbeeld inzoomen op het economische aspect van de boerderij. Dan kan je met de leerlingen in gesprek gaan over het verschil tussen korte en lange keten. Maar evengoed krijg je vragen over je impact op het milieu. De handleiding biedt voer voor verschillende type gesprekken.”

Van kleine keten tot grote boerderijen

Waarover kunnen die gesprekken dan gaan? “Als leerlingen vragen naar onze impact op het milieu en het stikstofakkoord ter sprake komt, dan kunnen we via de werkvormen samen met hen nadenken over hoe het komt dat de land- en tuinbouw zoveel stikstof uitstoot. We maken dan natuurlijk een verschil tussen industriële landbouw en familiebedrijven. Maar we denken ook na over waarom zelfs familiebedrijven de laatste decennia zo gegroeid zijn. Daar liggen meerdere oorzaken aan de basis. De familie van mijn man is bijvoorbeeld van 30 naar 70 koeien moeten gaan omdat ze anders geen lening kregen van de bank. En dan heb je nog het feit dat boeren vaak een zeer klein percentage ontvangen van de prijs die je in de supermarkt betaalt voor onze producten. Ook die prijs dwingt veel boeren om te groeien, om meer te produceren om zo voldoende te verdienen.”

"We brengen samen met de leerlingen in kaart welke schakels er zitten tussen de supermarkt en de boer."

Met hun hoevewinkel kiezen Monique en Peter bewust om in te stappen in de korte keten, een duurzaam vermarktingssysteem waarbij een rechtstreekse relatie bestaat tussen de producent en de consument. Ook over die korte keten gaan ze in gesprek met leerlingen. “Onlangs kregen we nog een klas uit het buitengewoon secundair onderwijs over de vloer. Ze kregen allemaal een portefeuille met centen waarmee ze iets mochten kopen uit onze winkel. Toen veranderden we het scenario: wat als je dit product in de supermarkt koopt? Waar gaat het geld dat jij betaalt dan naartoe? Dan brengen we samen de verschillende schakels in kaart tussen de supermarkt en de boer. Per schakel moeten ze wat geld opzij zetten. Zo zien ze met hun eigen ogen hoe weinig van hun geld effectief naar de boer gaat. En dan kan je uitleggen dat boeren die instappen in die lange keten én voldoende willen verdienen, vaak moeten groeien om te kunnen blijven bestaan. Je legt de complexiteit en tegelijk de absurditeit van het systeem bloot.”

Welke werkvorm vindt Monique interessant?

Monique benadrukt wel dat je tijdens klasbezoeken niet meteen over die complexe thema’s kan praten. Je moet eerst voldoende ruimte maken voor het aspect ‘beleving’. “Leerlingen moeten eerst kunnen zien, ruiken, voelen hoe een boerderij werkt. Bij ons mogen leerlingen bijvoorbeeld helpen om de dieren te voederen. En tieners kunnen selfies nemen met de dieren. Die stappen creëren openheid. En een open houding is de basis van een goed gesprek.”

Waarom stapte Djapo mee in dit project?

Op boerderijbezoek in Oost-Vlaanderen

Ontdek hoe de Provincie Oost-Vlaanderen boerderijbezoeken ondersteunt.

Gepubliceerd op 23 februari 2024

Meer inspiratie en nieuws van Djapo

“Blijven communiceren, continu naar connectie zoeken: dat neem ik mee naar mijn team!”

Interview
6 juni 2024

In 2024 nemen 11 Vlaamse leerkrachten, zorgcoördinatoren en schooldirecteurs deel aan het Europese LIFE-project. Ze gaan op zoek naar de zin van hun persoonlijke en professionele leven en buigen zich over belangrijke levensvragen. Ze lezen daarvoor inspirerende teksten, duiken samen in diepgravende gesprekken en geven op creatieve wijze uiting aan hun inzichten. Maar wat doet zo’n traject met een mens? En heeft LIFE ook impact op hoe je in je job staat? We vroegen het aan Leen Langenbick, directeur van Kunstacademie Torhout.

Waarom actiegericht werken rond afval?

Woordje uitleg
28 mei 2024

Als je in het secundair onderwijs aan de slag wil gaan rond het thema ‘afval’, dan kan je kiezen voor het lessenpakket ‘Ik zie wat jij niet ziet’ van Fost Plus en Djapo. Met dat pakket stimuleer je jongeren om actiegericht aan de slag te gaan rond huishoudelijk verpakkingsafval. Maar wat is precies de grote meerwaarde van actiegericht werken? Een woordje uitleg.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van nieuw lesmateriaal, vormingen en projecten en laat je inspireren door de verhalen van collega's. 

Inschrijven op de nieuwsbrief