Stel: je wil met je klas werken rond voedselverlies of tijdens de actuaronde stelt een leerling voor om iets aan zwerfvuil te doen. Hoe ga je dan aan de slag? Hoe onderzoek je een duurzaamheidsvraagstuk en hoe bedenk je manieren om tot actie te komen? Tijdens een actiegericht project kan je samen met je leerlingen een vraagstuk onderzoeken en een actie bedenken. De projectontwerper – een vijfstappenplan van Djapo – kan je daarbij helpen.
De projectontwerper van Djapo bestaat uit 5 stappen: prikkel, onderzoeken, ideeën voor actie, actie en reflectie. Het is de bedoeling om met kinderen en jongeren stapsgewijs een duurzaamheidsvraagstuk te onderzoeken en op zoek te gaan naar mogelijke acties.
Doelgroep: Secundair onderwijs
Duur: Varieert van kort (2 lesuren) tot een uitgebreider en verdiepend project

STAP 1: PRIKKEL
In de eerste stap prikkel je de leerlingen om aan de slag te gaan rond het thema en formuleer je samen met de leerlingen een duurzaamheidsvraagstuk, bijvoorbeeld “Mensen laten afval achter op publieke plaatsen”. De leerlingen stellen vragen en voelen zich betrokken bij het duurzaamheidsvraagstuk.
STAP 2: ONDERZOEKEN
In de stap onderzoeken verkennen de leerlingen eerst de context, oorzaken, gevolgen en verschillende perspectieven met betrekking tot het duurzaamheidsvraagstuk. Tijdens deze stap zorg je ervoor dat de leerlingen betrokken zijn door speciale aandacht te besteden aan hoe het duurzaamheidsvraagstuk tot uiting komt in de leefomgeving van de leerlingen en door regelmatig hun meningen, waarden en emoties te onderzoeken.
Nadat de leerlingen algemene inzichten in het duurzaamheidsvraagstuk hebben verworven, ga je na welke elementen in hun verkennend onderzoek de aandacht van de leerlingen trekken en waarom. De geselecteerde elementen kunnen vervolgens het onderwerp zijn van meer diepgaand onderzoek.
Na hun breed en diepgaand onderzoek hebben de leerlingen voldoende inzicht in het duurzaamheidsvraagstuk om een collectieve, haalbare duurzaamheidsuitdaging te formuleren, bijvoorbeeld “Hoe zouden we ervoor kunnen zorgen dat onze speelplaats proper blijft?”.
STAP 3: IDEEËN VOOR ACTIE
In de derde stap bedenken de leerlingen met behulp van brainstormtechnieken en zelfgekozen criteria ideeën voor acties om de duurzaamheidsuitdaging aan te pakken. Hoe meer ideeën leerlingen bedenken, hoe meer interessante elementen uit ideeën ze kunnen samenbrengen, hoe kwaliteitsvoller het uiteindelijke idee wordt.
Na de brainstorm kiezen de leerlingen een idee dat ze willen uitwerken en uitvoeren. De leerlingen onderzoeken daarbij of hun actie overeenstemt met hun referentiekader (waarden, normen, gevoel, belangen, …) en het beoogde effect zou hebben. Ook het besluit om nu (nog) geen actie te doen, is waardevol als leerlingen hierover reflecteren.
STAP 4: ACTIE
In de stap actie bereiden de leerlingen hun actie voor en voeren ze die uit. De leerkracht heeft doorgaans een ondersteunende rol.
STAP 5: REFLECTIE
In de laatste stap reflecteren de leerlingen over:
- de doeltreffendheid van hun actie (Hebben we een impact gehad? Was dat de beoogde impact? Wat doen we beter anders in de toekomst?);
- wat ze geleerd hebben van het hele proces (Hoe kwamen we tot de actie? Wat hebben we geleerd?);
- de samenwerking (Hoe verliep onze samenwerking?);
- hun actiecompetentie (Heb ik vertrouwen in het eigen vermogen om verandering te realiseren in de samenleving?).
Het is cruciaal om niet alleen aan het einde van het proces, maar ook tijdens de andere stappen van de projectontwerper te reflecteren. Door te reflecteren, krijgen de leerlingen namelijk het gevoel dat ze in staat zijn om hun eigen keuzes te maken en dat ze met hun keuzes impact hebben op de samenleving.

De projectontwerper van Djapo komt ook uitgebreid aan bod in ‘Ik zie wat jij niet ziet’, een educatief aanbod voor het secundair onderwijs rond duurzaam afval- en materialenbeheer. Meer weten? Surf naar www.fostplus.be/ikzie.