“Wij filosoferen al best veel in de klas” – Leerkracht Ines van de immersieklas

Filosoferen in de klas, een gigantisch moeilijk gegeven aangezien ik zelf de definitie van filosoferen niet eens goed onder de knie heb. Het is dan ook zo’n ruim begrip.

Na de Paasvakantie ligt het boek van Djapo echter op mijn bureau (leuk cadeautje om terug te keren na 2 weekjes), dus blader ik vol goede moed door de verschillende lesontwerpen en nodige theorie om me te ondersteunen.

Na het doorbladeren zakt de moed me in de schoenen. Dit lukt me nooit met mijn NT2’ers. Ik kan ze dit “vage” werkwoord nooit uitgelegd krijgen zonder Frans te gebruiken. Ik besluit het boek even aan de kant te leggen en het te laten rusten om erna met frisse moed en nieuwe ideeën aan de slag te kunnen gaan.

Maar de laatste rush naar de finish op 30 juni gooit roet in het eten. Oh, van meetkunde moet ik nog minstens 3 onderwerpen doen! WO 1 moet ik ook nog ergens snel tussenin behandelen. En dan blijven we ook nog eens hangen in die verdomde cijferoefeningen.

Door mijn klas op te ruimen kwam ik het boek opnieuw tegen (oeps!). Met het thema afval in het achterhoofd, leek het mij ideaal om een afsluiter al filosoferend te doen. Terwijl ik aan het klungelen was om mijn les in mekaar te boksen (mede doordat het einde van het schooljaar in zicht komt, er nog zoveel zaken moeten gezien worden en de examens in zicht komen), viel het mij ineens op: wij filosoferen al best veel in de klas. Of de denkinstrumenten gebruiken we in ieder geval toch veel!

Sinds oktober/november hebben we de ‘espace de parole’ ingevoerd op school. Deze gespreksvorm steunt op het bespreken en verbeteren van een gebeurtenis van de speelplaats/school/klas. De bedoeling is dat de leerlingen in een kringesprek beurtelings hun (negatieve) gevoelens en gedachten uiten. Er zijn wel enkele belangrijke regels binnen dit gesprek:
– ik noem geen namen
– ik beschrijf mijn gevoelens
– ik luister naar de anderen
– ik spreek enkel met de praatstok in mijn handen
– ik kies één van de vijf (vooropbepaalde) emoties en vertel mijn verhaal aan de klas

Op deze manier worden allerlei waarden en normen besproken en vergeleken, maar ook elkaars standpunten worden uitvoerig bekeken. De bedoeling is dat leerling x vertelt wat hij/zij ervaren heeft op bijvoorbeeld de speelplaats (uitgesloten, geplaagd, …) en dat leerlingen y en z een voorstel geven van een oplossing hiervoor en de praktische uitwerking hiervoor.

Misschien dat dit niet altijd helemaal naar het filosoferen neigt, maar dat het afhankelijk van het onderwerp soms meer creatief denken is. Toch wordt er op deze manier veel gesproken over waarden en normen waarbij veel vragen en deelvragen gesteld worden.

Na dit verslag lijkt filosoferen mij nog altijd geen makkelijke werkvorm om met kinderen van het 3de leerjaar uit te voeren. Misschien dat ik het beter eens geprobeerd had tijdens de 2 uurtjes dat ik het zesde heb. Maar ik ga het naar volgende schooljaren toe zeker blijven toepassen om het zo op te bouwen. Mijn collega van het 2de en 4de vond het boek alvast geweldig interessant, dus we trekken de lijn door komend jaar!