De les ‘Weet jij wat de bank met jouw geld doet?‘ voor tweede en derde graad ASO sluit aan bij deze eindtermen:
2e graad
Economie
9 De leerlingen kunnen aantonen dat bij de toewijzing van middelen via het marktmechanisme vragen van sociaal-ethische aard kunnen gesteld worden.
27 De leerlingen kunnen op basis van geselecteerde bronnen voor een gegeven onderzoeksvraag, op een systematische wijze informatie verzamelen en ordenen.
28 De leerlingen kunnen onder begeleiding een gegeven probleem met een aangereikte methode onderzoeken.
31 De leerlingen kunnen onder begeleiding reflecteren over de bekomen onderzoeksresultaten en over de aangewende methode.
Humane Wetenschappen
36 De leerlingen kunnen op basis van geselecteerde bronnen voor een gegeven onderzoeksvraag, op een systematische wijze informatie verzamelen en ordenen.
37 De leerlingen kunnen onder begeleiding een gegeven probleem met een aangereikte methode onderzoeken.
40 De leerlingen kunnen onder begeleiding reflecteren over de bekomen onderzoeksresultaten en over de aangewende methode.
3e graad
Economie
4 De leerlingen kunnen aantonen dat bij de allocatie van middelen via het marktmechanisme vragen van sociaal-ethische aard kunnen gesteld worden.
16 De leerlingen kunnen zich oriƫnteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken.
17 De leerlingen kunnen over een economisch vraagstuk een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren.
18 De leerlingen kunnen de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en ze confronteren met andere standpunten.
Humane wetenschappen
5 De leerlingen kunnen de doelen van instellingen op het plaatselijke niveau inventariseren en de werking kritisch evalueren.
23 De leerlingen kunnen verhoudingen tussen individuele belangen, groepsbelangen en maatschappelijke belangen in voorbeelden herkennen.
36 De leerlingen kunnen op basis van geselecteerde bronnen voor een gegeven onderzoeksvraag, op een systematische wijze informatie verzamelen en ordenen.
37 De leerlingen kunnen onder begeleiding een gegeven probleem met een aangereikte methode onderzoeken.
40 De leerlingen kunnen onder begeleiding reflecteren over de bekomen onderzoeksresultaten en over de aangewende methode.
Vakoverschrijdend 2e en 3e graad
Stam
11 De leerlingen kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h.v. van relevante criteria.
12 De leerlingen zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken.
13 De leerlingen kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken.
17 De leerlingen toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten.
20 nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving;
Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling
2 De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid.
Context 6: Socio-economische samenleving
4 De leerlingen hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument.