1. C2C is also 4U!
In het boek “Cradle tot cradle – Afval is voedsel” beschrijven de auteurs Braungart en McDonough dat er eigenlijk geen afval bestaat (of zou mogen bestaan). Het ‘afval’ moet de basis zijn voor nieuwe producten. Dit uitgangspunt is het begin van een eindeloze keten waarin we producten ontwerpen en produceren waarvan we zeker weten dat ze uiteindelijk weer nieuwe producten opleveren of worden teruggegeven aan biologische of technische kringlopen. Cradle to Cradle (C2C) wint wereldwijd in snel tempo terrein. Het is ondertussen ook een geregistreerd keurmerk geworden. Ook veel Nederlandse en Belgische overheden, bedrijven en instellingen zijn overtuigd van de oneindige mogelijkheden om Cradle to Cradle te produceren. Een woordje uitleg.
De huidige methoden voor duurzame productontwikkeling, zoals o.a. een levenscyclus (LCA), richten zich op het beperken van de schadelijkheid van het product. Het product wordt hier gezien als de keten van
• ontstaan: winning van grondstoffen, productie;
• gebruik: energieverbruik en verbruik van hulpstoffen zoals waspoeder en benzine;
• afdanking: hergebruik en stort.
Het “minder slecht maken” van het product bestaat uit het kiezen van schonere grondstoffen, het zuiniger maken van het product in gebruik, en het optimaliseren voor recycling. Dit kan, ondanks wat de term recycling doet vermoeden, gezien worden als ontwerpen van wieg tot graf.
De centrale gedachte van de cradle to cradle (wieg tot wieg) filosofie, is dat àlle gebruikte materialen na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Het eerste verschil met conventioneel hergebruik is dat er geen kwaliteitsverlies is en dat er geen restproducten zijn die alsnog gestort worden. Deze kringloop wordt aangeduid met het motto: waste equals food.
Waste equals food – Afval is voedsel
In het boek wordt de kersenboom als metafoor gebruikt om de ideale hergebruikcyclus te beschrijven. Het doel van de kersenboom is te voorzien in zijn eigen onderhoud en voedingsstoffen en het maken van nakomelingen. De mens doet dit sinds de industrialisatie door bedreigingen vanuit de natuur te verdringen, de grond en fauna uit te putten voor consumptie en het produceren van schadelijke bijproducten. De kersenboom biedt daarentegen habitat en voeding voor insecten en vogels, voedt de grond en zuivert de lucht. Om in onze behoeften te voorzien hebben we technische grondstoffen nodig zoals metalen, verdunners en andere stoffen die inherent niet in zo’n biologische cyclus terecht mogen komen. Enerzijds omdat het de biologische processen beschadigt, anderzijds omdat biologisch materiaal de kwaliteit van de technische grondstof vermindert. Om “waste equals food” te laten werken, moeten biologische en technische voedingsstoffen te scheiden zijn, en elk in een eigen cyclus worden herverwerkt.
Bronnen:
http://www.duurzaamheid.nl/c2c/Braungart_Mcdonough-oud/Afval_voedsel.asp
“Cradle tot cradle. Afval = voedsel, Braungart en McDonough. Scriptum, 2007
www.mcdonough.com
2. Downcycling en upcycling – enkele voorbeelden:
Dit is de term die Braungart en McDonough gebruiken voor de meeste voorbeelden van recycling. Bij downcycling van een product verliest het product zijn oorspronkelijke waarde. Hierdoor gaat m.a.w. een stuk waarde van het product verloren. Het product komt terug als een minder product dan het oorspronkelijk was. Dit in tegenstelling tot waar Braungart en McDonough toe proberen te komen, zij proberen namelijk dingen te verbeteren door middel van recycling, of zoals zij dat noemen: upcycling. De dingen moeten op z’n minst hun oorspronkelijke waarde terugkrijgen.
Een krant is bijvoorbeeld hergebruikt papier, maar er kan niet worden gesproken van een cyclus waar het papier nog eens doorheen gaat. De krant is van grijzig papier dat snel slijt. Het grijzige is inkt die eerder op wit papier zat. Het witte papier is gebleekt met chloor en de inkt is gekleurd met zware metalen. Door het slijten van het krantenpapier komen deeltjes met chloor en zware metalen in de lucht. Na als krant te zijn verwerkt is het papier te vuil en giftig om nog eens als papier dienst te doen. Het is beter voor het milieu om het te storten en een nieuwe boom te vellen.
Een ander voorbeeld is het reflectorpaaltje langs de weg, afwisselend gemaakt van oude petflessen of autobanden. De materialen waren op weg naar de stort, maar krijgen een tweede leven. Klinkt goed, maar in dat leven sijpelen zwavel en andere schadelijke stoffen de bodem in. Door de snelle degradatie van het laagwaardige materiaal onder UV-licht wordt het paaltje bros en vaal. Na enige tijd moet het paaltje worden vervangen en alsnog gestort. Het resultaat is dus niet de terugwinning van nuttig materiaal, maar de verspreiding van gifstoffen en het onbruikbaar maken van hoogwaardig materiaal. Een paaltje van hoogwaardige, hernieuwbare grondstoffen bestaat. Het lekt geen gif maar voedt de grond. Na gebruik hoeft het niet te worden opgehaald, het kan als voedsel worden ontleed door de berm. Dit paaltje is van hout.
Nog enkele opvallende cases:
• Het originele Engelstalige boek ‘Cradle to Cradle’ is niet van papier maar van een recycleerbare kunststof die na een eenvoudig proces opnieuw als glossy, helderwit papier kan worden gebruikt. In warm water lost de inkt op, zodat er schoon kunststof achterblijft. Ook de inkt kan opnieuw als inkt dienst doen.
• De River Rouge-autofabriek van Ford moest verlaten worden omdat de grond te ernstig vervuild was. Op deze plek hebben Braungart en McDonough een nieuwe fabriek neergezet die de grond en de rivier zuivert, habitat voor vogels creëert en toch auto’s maakt.
• Een auto die daar gemaakt zou kunnen worden is de Ford Model U. Alle materialen in deze auto zijn biologisch afbreekbaar of zonder kwaliteitsverlies herbruikbaar in technische producten. De banden trekken schadelijke deeltjes aan op de weg, en geven bij slijtage voeding af voor de berm. Uit de uitlaat komt schoon water. Deze auto is (nog) niet in productie.
• ’s Werelds eerste ‘cradle to cradle’-toilet- en handdoekpapier werd in juli 2009 op de markt gebracht. Zowel productieproces als hygiënepapier zijn C2C-gecertificeerd.
Meer voorbeelden van ‘cradle to cradle’-projecten zijn te vinden op de site van William McDonough: www.mcdonough.com
3. Over ijzer:
IJzer is al sinds de oudheid bekend (de IJzertijd). Het nieuwe metaal raakte pas vanaf ongeveer 1200 vr. Chr. bekend in Klein-Azië, en sinds 800 vr.Chr. raakte het in ons contreien in gebruik. IJzererts is een gesteente, en bestaat dus uit mineralen.
Vroeger (prehistorie tot in de middeleeuwen) werd ijzer gemaakt in een zogenaamde laagoven. In deze oven, die een hoogte had van hoogstens 2 meter, werden lagen ijzererts en houtskool op elkaar gestapeld. De laagoven kon slechts een relatief lage temperatuur bereiken, (ca. 1200 °C). Het nadeel hiervan is dat het ijzer niet in vloeibare vorm gewonnen kan worden, maar als een gesinterde (gebakken) massa in de slak zit. Dit zachte smeedijzer moet men opnieuw verhitten en bewerken met een hamer zodat men het ijzer kan zuiveren van de overbodige resten van het erts. Vandaag gebruikt men de zogenaamde hoogoven. Hierin worden temperaturen tot 1500 °C bereikt.
4. Ontrafel je mobieltje:
Een producent van gsm’s heeft ooit berekend dat de ecologische voetafdruk van elke gsm naar schatting 104 à 115 m² bedraagt. Het grootste deel daarvan wordt veroorzaakt door het transport: de verschillende stoffen die je gsm bevat, komen uit alle hoeken van de wereld en voor transport zijn heel wat brandstoffen nodig! De rest van de voetafdruk van een gsm is te wijten aan de ontginning van grondstoffen als coltan, goud of koper.
Vermenigvuldig die 104 m² eens met het aantal gsm’s dat in België in omloop is… Dan krijg je drie keer de oppervlakte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – alleen maar om onze gsm’s te produceren en te verwerken!
Tantalium? Levensbelangrijk! Tantalium wordt gewonnen uit coltan, en is onmisbaar voor de productie van elektronische elementen, zoals de condensators in je gsm.
De handel in coltan eist een zware tol van het milieu en de mens. Vooral in de mijnstreken in Centraal-Afrika, zoals de natuurparken in Kivu in de Democratische Republiek Congo. Rond de mijnsites ontstaat erosie omdat de grond er niet langer beschermd wordt door het plantendek. Rivieren worden vervuild door schadelijke stoffen, die gebruikt worden om het coltan te wassen. Volledige heuvels en valleien zijn zo omgevormd tot uitgestrekte, onbegroeide en onvruchtbare terreinen.
Een gsm bevat een grote hoeveelheid koper. Vaak is dit het zwaarste metaal in je gsm. Je vindt het koper vooral in de onderdelen die het elektrisch contact mogelijk maken tussen de batterij, de antenne en de basis van de gsm.
Koper wordt over de hele wereld in grote hoeveelheden ontgonnen. Meestal levert die ontginning geen problemen op wanneer de mijnen zich bevinden in streken waar strenge milieuwetten gelden, die ook worden nageleefd.
Toch tast de ontginning van koper de natuurlijke ruimte aan. In Nieuw-Caledonië (in Oceanië) bijvoorbeeld, is vastgesteld dat de ontginningsactiviteiten grote stukken grond doen eroderen of dat zij kustgebieden met een grote mariene biodiversiteit (met een groot aantal planten- en diersoorten) verwoesten.
Aardolie is net als steenkool en aardgas een fossiele brandstof. Aardolie wordt gebruikt voor de productie en het transport van elektriciteit. Maar wist je dat plastic wordt vervaardigd op basis van aardolie? Aardolie is dus nodig om de verschillende soorten plastic onderdelen voor je gsm te maken, zoals het omhulsel, de simkaart, het omhulsel van de batterij, enzovoort.
Het goud dient voor de productie van allerlei elektronische chips, verbindingen en printplaten. Een deel van het goud wordt met de hand ontgonnen in mijnen in gebieden met een grote biologische rijkdom. Denk bijvoorbeeld aan het Amazonegebied. Goudexploitatie veroorzaakt daar heel wat milieuproblemen: de ontbossing aan de mijnsites doet de biodiversiteit (de verschillende soorten die er leven) afnemen, en leidt tot bodemerosie. Bovendien worden water en bodem vervuild door het kwik, dat wordt gebruikt bij de ontginning van goud.
Bron: http://www.moobx.net/nl/activite0/info.html
5. Zijn er alternatieven?
1) Een (h)eerlijk mobieltje
FairTrade ken je? Het keurmerk dat garandeert dat het product aan eerlijke prijzen en in milieuvriendelijke omstandigheden is gemaakt? Fairtrade ken je wellicht van voedingswaren, maar er moet ook verder nagedacht worden.
Blackberry’s, Iphones en Androids; de consument heeft volop keuze aan mobiele telefoons. Maar wie een ‘eerlijke’ variant hoopt te vinden, moet lang zoeken. FairPhone wil hierin verandering brengen. Die klus is niet van de ene op de andere dag geklaard.
Met kleine coöperaties van mijnbouwers in Congo gaat FairPhone eerlijke koper en kobalt inkopen, twee grondstoffen die bij de productie van mobiele telefoons worden gebruikt. Ook vraagt de campagne aan mensen om mee te denken over het ontwerp en de campagne van zo’n eerlijke telefoon. Waag Society, een medialab dat creatieve technologieën ontwikkelt en ook een van de initiatiefnemers van FairPhone is, gaat op zoek naar idealistische techneuten die in fablabs aan een nieuw toestel gaan sleutelen.
FairPhone moet wel erkennen dat een eerlijke telefoon ook voor FairPhone werk in uitvoering is. Koper en kobalt zijn immers uiteindelijk maar twee van de 24 grondstoffen die in mobiele telefoons worden verwerkt en dan zijn er ook nog de arbeidsomstandigheden in de Aziatische telefoonfabrieken die wel een upgrade kunnen gebruiken. “Het is in elk geval een begin, waarmee we telefoonproducenten willen prikkelen.”
Als FairPhone uiteindelijk met een prototype van een eerlijke telefoon komt, dan willen ze daarmee de boer op bij telefoonproducenten. “Alleen Samsung heeft totnogtoe gezegd dat ze daarover wel in dialoog met ons willen blijven.”
Bron: http://www.oneworld.nl/Dossiers/Mijnbouw/article/27197/Eerlijke_telefoon_Werk_in_uitvoering
2) Hoe “FairPhone” zichzelf voorstelt:
“Iedereen – van Europa tot Afrika – kan de FairPhone-website gebruiken om deel te nemen aan creatieve uitdagingen. Van het toepassen van technologische kennis en ontwerpvaardigheden, tot het promoten van het FairPhone-initiatief en -product. Samen willen we de eerste eerlijke mobiel ter wereld maken. Geroemd om z’n vlijmscherpe design, vetste functies en betaalbare prijs. En om een productieproces dat mens en milieu respecteert. We ontwikkelen een telefoon die bij onze generatie past.
We ontwikkelen een FairPhone. Doe je mee?”
Bron: www.fairphone.org