Achtergrondinformatie landbouw

1. Wat is biologische landbouw?

Biologische landbouw is een milieuvriendelijke landbouwmethode waarbij geen kunstmatige meststoffen en chemische pesticiden worden gebruikt. Hierin verschilt ze van de gangbare landbouw. De gangbare boer tracht immers op een intensieve manier een zo groot mogelijke opbrengst te bekomen.

De biologische boerderij wil op een duurzame en milieuvriendelijke manier aan landbouw doen. Dat betekent dat er gewerkt wordt in harmonie met de natuur en gestreefd wordt naar een vruchtbare aarde, gezond water en gezonde lucht. Ook de biodiversiteit is gebaat bij de biologische landbouw, die een plaats laat aan kleine, maar nuttige natuurelementen (gemengde hagen, rietkragen,…). Veel inheemse plant- en diersoorten vinden er een toevlucht voor het oprukkende geweld van bestrating, bebouwing of intensieve landbouw.

Bron: http://www.motherearth.org/organic/wat_nl.php

2. De ecologische moestuin:

1) Seizoensgebonden

Een goede bodem is de voorwaarde voor alle leven op aarde. Tal van boeren die de gangbare intensieve praktijk willen verlaten, kiezen voor biologische tuinbouw. En de nationale en Europese overheden stimuleren die omschakeling ook. Hoe kijkt de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren (VELT) tegen ‘natuurlijk’ tuinieren aan? Hoe gaat zij met de bodem om?

Velt wil het gezond leven op het ritme van de seizoenen promoten, en dit met respect voor de natuur. In de gangbare groenteteelt wordt de omgeving aangepast aan de plant. Dat gebeurt met behulp van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Verwarming wordt ingezet om te telen buiten het natuurlijke seizoen.

In de ecologische moestuin gaat het er omgekeerd aan toe. Je boekt succes door aanpassing. Je kiest bewust voor planten die geschikt zijn voor de bodem en het klimaat in je tuin. Je teelt je groenten in het goede seizoen. Planten die aangepast zijn aan hun milieu worden immers minder gauw ziek.

Tuinieren met kunstmest betekent dat je planten direct gaat voeden, zonder oog voor humusopbouw en bodemleven. De kunstmest werkt snel maar is ook snel uitgewerkt. Overschotten verdwijnen in de diepere lagen van de bodem waar ze het grondwater vervuilen. Voor je plant blijft er al heel snel niets meer over; je moet dus opnieuw bemesten.

2) Organische bemesting

Om de vruchtbaarheid van je bodem ecologisch te onderhouden, zet je het bodemleven organische meststoffen voor. Het bodemleven zet deze om in humus en humus levert het nodige aan je groenten. De voedingsstoffen komen bij een organische bemesting langzaam vrij, net wanneer de planten het nodig hebben. Overschotten blijven in de grond voorradig voor later. Bovendien dragen organische meststoffen op termijn bij tot de nodige structuurverbetering van je tuingrond.

3) Vruchtwisseling

Groenten van dezelfde plantenfamilie vertonen dezelfde kenmerken. Dat wil zeggen dat ze een gelijkaardige groei en beworteling hebben, dezelfde voedingsstoffen gebruiken en vooral dat ze vaak gevoelig zijn voor gelijkaardige bodemgebonden ziekten en plagen. Als je dus jaar in, jaar uit dezelfde groenten op hetzelfde perceel teelt, kunnen de ziekten en plagen zich heel goed ontwikkelen. Door te werken met vruchtwisseling, kun je dit voorkomen.

4) Natuurlijke vijanden

Als een belager uitgroeit tot een plaag die jij te lijf gaat met chemische producten, dan gaan die insecten niet allemaal dood. De sterkste overleven en zorgen voor nakomelingen die heel wat beter bestand zijn tegen dat bestrijdingsproduct. En die tweede generatie insecten tast opnieuw je gewas aan. Je spuit een tweede keer, maar je moet nu meer spuiten voor hetzelfde effect. En weer overleven er een paar enkelingen en die zorgen voor nog sterkere nakomelingen… Zo kweek je plagen, geen groenten.

In de ecologische tuin probeer je zoveel mogelijk problemen te voorkomen, door bodemzorg, door vruchtwisseling en door natuurlijke vijanden te lokken naar je tuin. De ecologische tuinier denkt op lange termijn. Nu verdragen dat een belager een deeltje van je oogst verorbert, betekent dat je ook toestaat dat zijn natuurlijke vijand zich in jouw tuin zal vestigen.

5) Kringloop

Voor de ecologische tuinier stopt het milieu niet bij de schutting van zijn tuin. Bij het tuinieren denkt hij aan de kringloop in zijn tuin. Hij composteert zijn tuinafval, zo hoeft het niet verbrand of gestort te worden. Met die compost bemest hij de tuin in plaats van kunstmest aan te slepen. Dat betekent meteen dat hij zo veel energieverspilling voor productie en transport van kunstmest vermijdt.

Ecologische gewasbescherming zorgt voor meer leven en variatie in de tuin. Èn voor lekkere en gezonde groenten.

Bron: http://www.velt.be/Joomla/index.php?option=com_content&task=view&id=973&Itemid=354

3. Intensieve landbouw:

Het is niet echt diepgravend, maar met de filmpjes van de Nederlandse Schooltelevisie (www.schooltv.nl) kun je een gesprekje starten. Zo bevat het filmpje over ‘intensieve landbouw’ de volgende tekst:

Voor de Tweede Wereldoorlog hadden de boeren in Nederland kleine bedrijfjes met wat koeien, een paar varkens voor vlees en paarden als trekdier. Het was moeilijk om het hoofd boven water te houden. Na de Tweede Wereldoorlog begon de Nederlandse regering met het stimuleren van het herstel van de economie. Om de koopkracht van de mensen te vergroten werd de prijs voor het voedselpakket kunstmatig laag gehouden. Maar de boeren moesten natuurlijk ook geld verdienen. Daarom moest de landbouwproductie fors omhoog. Die verhoging van de productie werd bereikt door deze te mechaniseren en met het gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en krachtvoer. Zo kregen we de intensieve landbouw.

Bron: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060712_intensievelandbouw

Video over mest: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20100317_kunstmest01

4. Pesticiden in de bodem:

De Bond Beter Leefmilieu houdt bezorgd onze bodem en waterlopen in de gaten. Op de website van BBL vind je allerlei thema’s uitgewerkt: mest, biodiversiteit, het Europese landbouwbeleid, de genetisch gemanipuleerde gewassen, pesticiden, … Over dit laatste thema schrijft de BBL het volgende.

Pesticiden zijn chemische producten die bewust in het leefmilieu worden gebracht om ongewenste organismen uit te schakelen. Ze zijn gemaakt om te doden. Per definitie zijn ze schadelijk. Bovendien kunnen pesticiden onderling of met andere stoffen uit het leefmilieu reageren. Cocktails van pesticiden en andere stoffen kunnen onverwachte, en vooral ongewenste, effecten veroorzaken. Door het grootschalig gebruik van pesticiden komen ze overal voor: in grondwater, regenwater, in sneeuw, in de bodem en in de lucht, en ook op voedingsmiddelen en in het menselijke en dierlijke lichaam. Om het drinkwater vrij te krijgen van pesticiden, zien drinkwatermaatschappijen zich verplicht dure technologie in te schakelen. Sommige pesticiden breken zeer moeilijk af. Ze hopen op in de bodem of in het vetweefsel van dieren.Ook op de biodiversiteit kunnen pesticiden een nefaste impact hebben. Bijensterfte is bijvoorbeeld meermaals gerelateerd aan pesticidengebruik.

Langs verschillende wegen komen pesticiden in ons lichaam terecht: via onze voeding, maar ook bijvoorbeeld langs de huid of via de luchtwegen. Zelfs in lage dosissen kunnen ze schade veroorzaken. Soms zijn ze kankerverwekkend of tasten onze hormonenhuishouding aan. Kinderen en zwangere vrouwen zijn extra gevoelig voor de ongezonde effecten van pesticiden.

Bron: http://www.bondbeterleefmilieu.be/theme.php/10